Op veertienjarige leeftijd moet prins Jorg van Ancrath hulpeloos toezien hoe zijn moeder en broertje op gruwelijke wijze worden vermoord. Als Jorg zijn vader opzoekt om genoegdoening te eisen blijkt, hoe verbijsterend dat ook is, dat deze nauwelijks is geraakt door de moord op zijn vrouw en kind. Al wat voor hem belangrijk is, is de bewaking van de handelsroutes tussen zijn grondgebied en de streek waar de moordenaar, Graaf Renar, heer en meester is.