Locke Lamora, dief en levensgenieter, is de leider van het kleinste dievengilde van Camorr, in dienst van Capa Barsavi, het criminele meesterbrein dat de stad regeert. Hij is een van de slechtste zwaard-vechters van het land, maar zijn messcherpe verstand en vlotte babbel redden hem uit elke onaangename situatie. Samen met zijn bende medezwendelaars leidt hij een aangenaam bestaan in Camorr en wordt hij wijd en zijd gevreesd als de Doorn van Camorn.
Dan verschijnt de Grijze Koning op het toneel. Niemand weet wie hij is, maar hij bedreigt de macht van Capa. Al snel beginnen er doden te vallen en dreigt er een oorlog tussen de Grijze Koning en Capa. Locke krijgt een voorstel dat hem in een heel lasting parket brengt, terwijl hij juist van plan is de meest gewaagde zwendel uit zijn carri uit te voeren.